Maçonnieke encyclopedie-B.

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !



Artikel 44. Loonsverhoging.
Om een loonsverhoging te verkrijgen en in een hogere graad te worden ingewijd moet de Leerling of de Gezel
- tenminste een jaar zijn graad bezitten;
- in zijn Werkplaats aanwezig zijn geweest op tenminste drie vierde van de Zittingen die voor hem toegankelijk waren - instructies inbegrepen -, met een minimum van 15 aanwezigheden sedert zijn laatste Inwijding;
- de nodige maçonnieke kennis hebben opgedaan;
- een Inwijding in zijn graad hebben bijgewoond;
- een schriftelijke en mondelinge proef hebben ondergaan, die de Werkplaats bevredigt;
De Gezellenloge en de Middenkamer spreken zich respectievelijk bij geheime stemming en bij eenvoudige meerderheid uit over de kandidatuur van de Leerlingen en de Gezellen.
Onder voorbehoud van goedkeuring door de Nationale Raad mag de Loge in bijzondere omstandigheden beslissen
- de termijn van een jaar in te korten en het aantal vereiste aanwezigheden te beperken;
- een van haar leden in de Gezellen- of Meestergraad voor haar rekening in een andere Werkplaats van de Belgische Federatie te laten inwijden.
Indien het een Loge van Le Droit Humain betreft, die geen deel uitmaakt van de Belgische Federatie en die door een van onze Loges aan een van haar leden een loonsverhoging wil laten toekennen zal zulks via de Nationale Raad aan de Opperraad worden voorgelegd;
- de Achtbare Meester te gelasten een Graad bij communicatie te verlenen.
Binnen de twee weken worden de loonsverhogingen terkennis van de Nationale Raad gebracht.
TITEL ZES DE ORGANISATIE VAN DE FEDERATIE.

Artikel 45. Structuur van de Federatie.
De Belgische Federatie omvat Symbolische Loges en Werkplaatsen van Hogere Graden. De Symbolische Loges worden beheerd en geleid door:
- het Nationaal Convent, wetgevend orgaan;
- de Nationale Raad, uitvoerend orgaan.
Hoofdstuk 1 Het Nationaal Convent.

Artikel 46.
Samenstelling.
Het Nationaal Convent bestaat uit
- de Nationale Raad
- de afgevaardigden van de Symbolische Werkplaatsen.
Artikel 47. Bevoegdheden.
Het Nationaal Convent bezit alle bevoegdheden binnen de perken vastgesteld door de Internationale Grondwet van de Orde en het Algemeen Reglement van de Federatie. De interpretatie van de artikelen van het Algemeen Reglement valt onder de bevoegdheid van het Convent. De beslissingen van het Convent vormen jurisprudentie .
Artikel 48. Werkzaamheden.
Het Nationaal Convent vergadert tenminste vier maal per jaar in gewone zittingen op uitnodiging van de Grootmeester Nationaal. De Grootmeester Nationaal moet het Nationaal Convent bijeen roepen op uitdrukkelijk verzoek, of wel van de vertegenwoordiger van de Opperraad, of wel van alle afgevaardigden van ten minste een derde van de Werkplaatsen die eenzelfde reden inroepen.
De Werkzaamheden van het Nationaal Convent worden voorgezeten door de Grootmeester Nationaal.
In beginsel worden zij gehouden in de Meestergraad. De Nationale Raad vervult er de functie van de Commissie van Officieren Dignitarissen. De Werkzaamheden van het Nationaal Convent zijn toegankelijk voor bezoekers. Het woord wordt hen niet verleend tenzij het Nationaal Convent er anders over beschikt. De bepalingen van onderhavig Algemeen Reglement die betrekking hebben op de Werkzaamheden van de Loges zijn mutatis mutandis toepasselijk op de Werkzaamheden van het Nationaal Convent.
Artikel 49. Vertegenwoordiging van de Loges.
Al de Symbolische Loges van de Federatie moeten op elke Zitting van het Nationaal Convent vertegenwoordigd zijn. De Symbolische Loges die niet vertegenwoordigd zijn, zijn een boete verschuldigd die jaarlijks vastgesteld wordt op het Nationaal Convent, bij het bepalen van het budget. De Symbolische Loges zijn op het Nationaal Convent vertegenwoordigd door
- twee afgevaardigden indien zij minder dan 76 leden tellen;
- drie afgevaardigden indien zij van 76 tot 150 leden tellen;
- vier afgevaardigden indien zij meer dan 151 leden tellen.
Elke Werkplaats der Hogere Graden mag zich op het Nationaal Convent laten vertegenwoordigen door een afgevaardigde met raadgevende stem.
Artikel 50. Mandaat der Afgevaardigden.
Elk jaar, verkiest de Loge haar afgevaardigden onder de actieve leden die de Meestergraad bezitten. De afgevaardigden zijn voor een jaar verkozen; ze zijn herkiesbaar. Elke Loge verkiest evenveel plaatsvervangende als effectieve afgevaardigden. De verkiezing geschiedt tijdens de Zitting waarop de verkiezing van de Commissie van Officieren Dignitarissen plaats heeft, bij geheime stemming en bij absolute meerderheid. De verkiezing van de afgevaardigden wordt binnen de twee weken ter kennis gebracht van de Nationale Raad.
Zowel de effectieve als de plaatsvervangende afgevaardigden leggen de eed af in hun Werkplaatsen. Ze worden plechtig in hun ambt aangesteld volgens de modaliteiten voorzien voor de Officieren Dignitarissen.
De afgevaardigden treden in functie op het eerste Convent na hun eedaflegging. De plaatsvervangende afgevaardigden vervangen tijdelijk de effectieve afgevaardigden van hun Loge die afwezig zijn op de Werkzaamheden van het Nationaal Convent. Elke afgevaardigde die tot lid van de Nationale Raad verkozen wordt verliest zijn hoedanigheid van afgevaardigde. De afgevaardigden van de Loges ontvangen een reisvergoeding.
Artikel 51. Stemmingen.
De beslissingen van het Nationaal Convent zijn slechts geldig indien ten minste een derde van de Loges vertegenwoordigd is. Men stemt bij handopsteken, tenzij het om personen gaat; in dit geval is geheime stemming de regel. Aan de stemmingen nemen deel, de Grootmeester Nationaal, de effectieve afgevaardigden en zij die de afwezige effectieve afgevaardigden vervangen. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid der aanwezige leden, behalve voor de uitzondering voorzien in het artikel dat de herziening van het Algemeen Reglement regelt.
Artikel 52. Jaarlijkse Indeling van de Werkzaamheden.
De basiswerkzaamheden voorzien vier Conventen: oktober, november, februari, mei. Naargelang de vereisten der Werkzaamheden en in het belang van de Federatie, kunnen echter een of meer supplementaire Conventen worden bijeengeroepen. De Werkzaamheden van het Nationaal Convent worden geopend met een naamafroeping. De dagorde omvat minstens:
Op het Convent van oktober
- Algemene verslagen van de jaarvragen.
Op het Convent van november
- moreel verslag door de Groot Secretaris over de activiteiten van de Federatie en stemming
- verslag door de Groot Aalmoezenier en stemming;
- verkiezing van de Nationale Raad, van drie kastoezichters;
- verkiezing van de vier leden van de Commissie voor Solidariteit;
- aanduiding van de leden van Rechterlijke Instantie van Beroep;
- budgettaire opties en bepaling van het capitatierecht voor het volgende boekjaar verschuldigd door de Loges voor de actieve en met verlof zijnde leden die zullen voorkomen op de ledenlijst per 1 januari;
- voorstel begroting en bepaling van de Solidariteitsbijdrage die door de Loges verschuldigd is voor de actieve of met verlof zijnde leden die zullen voorkomen op de ledenlijst per 1 januari;
- Installatie van de Nationale Raad.
Op het Convent van februari
- verslag door de Groot Penningmeester over de financien van de Federatie;
- verslag van de kastoezichters;
- goedkeuring van de rekeningen, balans en begroting van de Federatie;
- financieel verslag van de Groot Aalmoezenier, verslag van de kastoezichters.
Op het Convent van mei
- keuze van de tot studie voorgestelde jaarvragen;
- aanduiding van de algemene verslaggevers.
Artikel 53. De Commissie voor Federale Solidariteit.
De Commissie voor Solidariteit, waarvoor de Groot Aalmoezenier verantwoordelijk is tegenover het Convent, heeft tot opdracht de leden of een Loge van de Belgische Federatie Le Droit Humain op elk gebied en volgens haar beste mogelijkheden te helpen .
Haar zetel is te Brussel.
De Commissie voor Solidariteit bestaat uit vijf Meesters, de Groot Aalmoezenier inbegrepen.
Ze worden elk jaar verkozen door het Convent. Ze kunnen vijf opeenvolgende malen worden herkozen. Om een continu‹teit te verzekeren, zijn vier leden, toegevoegd aan de Groot Aalmoezenier niet terzelfdertijd uittredend. De leden van de Commissie nemen hun ambt belangeloos waar en bewaren de meest volstrekte geheimhouding. Zij voeren hun activiteit uit onder het toezicht en het gezag van de Nationale Raad. Op voorstel van deze laatste kan het Convent de Commissie op elk ogenblik ontbinden.
De Commissie voor Solidariteit houdt bestendig voeling met de Achtbare Meesters en Aalmoezeniers van de Werkplaatsen. Elk jaar overeenkomstig Artikel 52 van het Algemeen Reglement, brengt de Commissie verslag uit over haar activiteiten, stelt haar balans en begrotingsontwerp voor.
De bijdrage per lid wordt jaarlijks vastgesteld overeenkomstig hogervermeld art. 52.
De gelden, waarover de Commissie beschikt, laten een onmiddellijke hulp toe en dekken haar werkingskosten.
Op het Convent van februari worden de steunaanvragen of door de Commissie voor Solidariteit of door de afgevaardigden van de betrokken Werkplaatsen voorgesteld. Op voorstel van de Commissie voor Solidariteit, bepaalt het Convent het bedrag en de vorderingsmodaliteiten van de aan de Loges verleende steun. Met de instemming van het Convent , kan de Commissie voor Solidariteit hulp vragen aan de Federatie om de vragen van de Werkplaatsen tegemoet te komen.
Hoofdstuk II De Nationale Raad.

Artikel 54. Bepaling.
De Nationale Raad is het uitvoerend orgaan van het Nationaal Convent.
Artikel 55. Samenstelling.
De Nationale Raad bestaat uit 15 leden
1. De Grootmeester Nationaal.
2. De Gewezen Grootmeester Nationaal
3. De 1ste Groot Opziener
4. De 2de Groot Opziener
5. De Groot Redenaar
6. De Groot Secretaris
7. De Groot Keurmeester
8. De 1ste Keurmeester
9. De Groot Penningmeester
10. De Groot Aalmoezenier
11. De Groot Ceremoniemeester
12. De Groot Binnentempelsluiter
13. De Groot Buitentempelsluiter
14. De Groot Archivaris
15. De Groot Adjunct-Secretaris

Artikel 56. De leden van de Nationale Raad.
1. De Gewezen Grootmeester Nationaal is de laatst uitgetreden Grootmeester Nationaal, die drie opeenvolgende jaarlijkse mandaten in die hoedanigheid heeft vervuld. Hij is van rechtswege lid van de Nationale Raad. De andere leden van de Nationale raad worden voor een jaar door het Nationaal Convent verkozen.
2. Om lid te worden van de Nationale Raad moet men - effectief of plaatsvervangend afgevaardigde zijn van een Werkplaats van de Belgische Federatie; hierop maken de leden van de Nationale Raad die in functie en herkiesbaar zijn, een uitzondering; - ten minste drie jaar de Meestergraad bezitten in de Belgische Federatie; - ten minste een jaar het mandaat van afgevaardigde uitoefenen.
3. De leden van de Nationale Raad zijn in dezelfde functie gedurende twee opeenvolgende jaren herkiesbaar. De Groot Secretaris, de Groot Penningmeester, de Groot Aalmoezenier en de Groot Archivaris kunnen nochtans vijf maal herkozen worden .
4. Mocht er in de loop van het dienstjaar een functie vrijkomen, dan wordt de nieuwe titularis op het eerstvolgende Convent verkozen. De nieuwe titularis oefent zijn mandaat uit tot de volgende algemene verkiezingen zonder dat het gedeelte van het lopende jaar in aanmerking komt voor herverkiezingen.
5. Men kan maximaal zes opeenvolgende jaren een verkiesbare functie uitoefenen in de Nationale Raad , met uitzondering voor de functie van Grootmeester Nationaal .
6. De stemming is geheim en geschiedt bij absolute meerderheid der stemmen.
7. De aanbevolen procedure voor het invoeren van de kandidaturen is:
.-.a) De kandidaturen ingediend door afgevaardigden bij het Convent en vergezeld van een korte maconnieke biografie, worden ten minste een maand voor de verkiezing bij de Nationale Raad ingediend.
.-.b) Veertien dagen voor de verkiezing, maakt de Nationale Raad de lijst van de ingediende kandidaturen over aan de afgevaardigden, samen met de maçonnieke levensschetsen.
.-.c) Deze procedure sluit geenszins kandidaturen uit die later zouden ingediend worden en die ontvankelijk zijn tot op de dag zelf van de verkiezing.
.-.d) Elke kandidaat die niet verkozen werd in de functie waarvoor hij werd voorgesteld, kan in de loop van de verkiezing voor een andere functie worden voorgesteld.
Artikel 57. Gewone en Buitengewone Vergadering.
De Nationale Raad vergadert in gewone vergadering, op uitnodiging en onder voorzitterschap van de Grootmeester Nationaal, zo vaak de aangelegenheden van de Federatie dit vereisen en, in beginsel, eenmaal in de maand.
De Grootmeester Nationaal moet de Nationale Raad in buitengewone vergadering bijeenroepen op uitdrukkelijk verzoek van de vertegenwoordiger van de Opperraad, of van tenminste drie leden van de Nationale Raad die eenzelfde reden inroepen. De vertegenwoordiger van de Opperraad wordt op alle vergaderingen van de Nationale Raad uitgenodigd.
Opdat de beraadslagingen van de Nationale Raad geldig zouden zijn, is de aanwezigheid van tenminste 8 van zijn leden vereist . Elke niet gemotiveerde afwezigheid wordt in de schets opgetekend. Elk lid van de Nationale Raad dat zonder geldige verontschuldiging gedurende drie opeenvolgende vergaderingen afwezig is, wordt als ontslagnemend beschouwd.
Artikel 58. Afgeschaft

Artikel 59. Bevoegdheden.
De Nationale Raad heeft de hoede over de Internationale Grondwet van de Orde en over het Algemeen Reglement van de Federatie.
Hij is het orgaan van de Federatie dat instaat voor de internationale relaties, met voorbehoud van de bevoegdheden door de Internationale Grondwet van de Orde toegekend aan de vertegenwoordiger van de Opperraad.
Hij kondigt de beslissingen van het Nationaal Convent af (zo nodig na goedkeuring door de Opperraad) en waakt over hun uitvoering.
Hij zet aan tot oprichting van nieuwe Loges en tot wederopwekking van in slaap gestelde Loges.
Hij richt de Kolommen op en installeert de eerste Commissie van Officieren Dignitarissen van elke nieuwe of wederopgewekte Loge.
Hij installeert eventueel de afgevaardigden bij het Convent en de Commissie van Officieren Dignitarissen.
Aan de Groot Secretaris vertrouwt hij het bijhouden toe van het repertorium van leden van de Federatie op basis van de door de Loges verstrekte gegevens.
Desgevallend keurt hij de huishoudelijke reglementen van de Werkplaats goed.
In zijn schoot stelt hij de commissarissen aan die belast zijn met de inspectie der Loges van de Federatie. Hij stelt de begroting van de Federatie op die hij voorlegt aan het Convent.
Indien nodig richt hij speciale Commissies op die een tijdelijke functie uitoefenen. Op het Nationaal Convent brengt hij verslag uit over de uitvoering van zijn opdracht; het Convent mag inzage vragen van de schetsen van de zittingen van de Nationale Raad.
Artikel 60. Verplaatsingen.
Een reis- en verblijfsvergoeding mag aan de leden van de Nationale Raad worden toegekend wanneer zij zich moeten verplaatsen om hun opdracht te vervullen. Deze vergoeding wordt door de Nationale Raad vastgesteld.
Artikel 61. Zetel.
De zetel van de Nationale Raad is in Brussel gevestigd.
Artikel 62. Vorm der akten.
De akten uitgaande van de Nationale Raad dragen het opschrift:"In naam van het Nationaal Convent van de Belgische Federatie van Le Droit Humain".
Artikel 63. De Grootmeester Nationaal.
Na de vertegenwoordiger van de Opperraad is de Grootmeester Nationaal de hoogste autoriteit van de Federatie.
Hij zit van rechtswege de vergaderingen van het Nationaal Convent en van de Nationale Raad voor en oefent er, in het belang van de Orde en voor de goede gang der Werkzaamheden, hetzelfde gezag uit als de Achtbare Meester in zijn Loge.
Indien hij het gepast acht, zit hij al de commissies voor ingesteld door het Nationaal Convent en de Nationale Raad. Wanneer hij een Loge bezoekt, zit hij er de Werkzaamheden voor indien hij dit wenst. Samen met de Groot Redenaar en de Groot Secretaris, ondertekent hij de decreten en de beslissingen van het Nationaal Convent en de Nationale Raad.
Artikel 64. De inspectie der Werkplaatsen.
De inspectie van een Werkplaats wordt verzekerd door twee commissarissen die samen optreden.
De commissarissen- inspecteurs hebben als opdracht zich ervan te vergewissen of de Grondwet van de Orde, de reglementen en ritualen nauwgezet worden nageleefd. Zij moeten:
- ten minste een Zitting bijwonen en zo vlug mogelijk een Inwijding;
- zich ervan vergewissen of het schetsboek, het stamboek, de rekeningen van de Penningmeester en van de Aalmoezenier en de archieven goed worden bijgehouden;
- schriftelijk verslag uitbrengen bij de Nationale Raad en de wensen van de Werkplaats meedelen.
De inspectie heeft tot doel de Loges te helpen zich naar de regels en de traditie van de Vrijmetselarij te gedragen. Zij mag geen inbreuk betekenen op de autonomie van de Werkplaatsen.
De Commissarissen mogen geen deel uitmaken van de Werkplaats die zij inspecteren.
Artikel 65. ctr art. 116.

Artikel 66. Het College van Achtbare Meesters.
De Achtbare Meesters vergaderen minstens twee maal per jaar in het College van Achtbare Meesters. Dit College wordt voorgezeten door de Grootmeester Nationaal of door een Achtbare Meester.
De Voorzittend Achtbare Meester wordt gekozen voor een jaar tussen de Achtbare Meesters volgens een beurtrol gebaseerd op de ancienniteit van de Werkplaatsen.
Jaarlijks wordt minstens een College van Achtbare Meesters gehouden samen met de Nationale raad.
In geval van hoogdringendheid kan de Voorzitter van het College van de Achtbare Meesters bijkomende vergaderingen beleggen. Zo een Achtbare Meester niet kan aanwezig zijn kan alleen de 1 ste Opziener hem vervangen .